De naam van het dorp is waarschijnlijk afgeleid van een soort van slagboom bij de weiden van de Graspeel, op de weg tussen de plaatsen Langenboom en Zeeland. Deze slagboom verschafte het vee toegang tot de weiden. Lang werd ook gedacht dat de naam mogelijk was afgeleid van de lange boom bij het hertenkamp nabij de kerk. Maar uit onderzoek bleek dat de boom jonger was dan de plaatsnaam. Vroeger werd de naam overigens geschreven als: "De Lange Boom".
Langenboom werd voor het eerst vermeld in een oorkonde van 10 november 1525, waarin sprake is van twee kampen heideland, "bij den Peel angen Langenboem". In1541 was er sprake van een "bouwhof" in Langenboom, gelegen op Hal.
Omstreeks 1800 waren er twee boerderijen die zo'n 20 bunder grond omvatten. In 1843 kwam er een derde boerderij bij, waar een priester-neef van de eigenaressen, Felix Walter geheten, een kluizenaarsgemeenschap te stichten. Dit mislukte, maar Felix Walter nodigde in 1852 de Dominicanen uit Nijmegen uit. De drie boerderijen en het omliggende land werd aan deze paters geschonken en deze vestigden er een noviciaat en een studiehuis. In 1858 gingen de meesten van hen naar hun nieuwe klooster te Huissen. Slechts enkele paters bleven achter, maar deze stimuleerden wél de ontwikkeling van de gemeenschap die op dat ogenblik slechts 70 zielen telde, alsmede nog 120 in de nabije buurtschap Lage Peel.
In 1869 werd er een kerk ingewijd, ontworpen door Pierre Cuypers. Voor dopen, trouwen en begraven moest men echter nog in Escharen zijn. Daarom was er reeds in 1903 behoefte aan een eigen parochie, maar pas op 31 mei 1918 werd Langenboom afgesplitst van de parochie Escharen. Niet lang daarna kwam er een eigen begraafplaats.
Monument ter herdenking van de slag van 10 mei 1940
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Langenboom belangrijk omdat generaal Miles Dempsey, bevelhebber van het Tweede Engelse Leger, in oktober 1944 zijn hoofdkwartier betrok in een boerderij te Langenboom. Hij moest ervoorzorgen dat de Britse troepen naar Nijmegen op zouden rukken. Op 13 oktober 1944 kwam de Britse koning George VI bij hem op bezoek en de boerderij heet sindsdien Koningshoeve. De Kloosterstraat waaraan deze hoeve was gelegen, werd in 1945 omgedoopt tot Dempseystraat.
Monument ter herdenking aan de tornado
In 1985, 60 jaar na dato, werd in het dorp een monument voor de stormramp van 1925 onthuld, deze staat voor 't Kloster en de kerk. Het monument bestaat uit 1800 haagbeuken, die in een cirkelvormig patroon de windrichting van de tornado aangeven. Dit monument wordt de tornadotuin genoemd.
Natuur en landschap
Ten zuidoosten van Langenboom bevinden zich plassen. Deze zijn ontstaan door de activiteiten van een steenfabriek, terwijl er ook een zand- en grindgroeve actief is. Hier wordt het zogenaamde groenzand gewonnen dat gebruikt wordt in de wegenbouw en stamt uit het Mioceen en het Plioceen. Groenzand bevat het mineraal glauconiet. In dit zand zijn tal van fossielen te vinden, zoals vogelbotjes, haaientanden, gehoorbotjes van dolfijnsoorten en dergelijke.
De plassen vormen een recreatiegebied, "De Kuilen" geheten.
Direct ten noordoosten van Langenboom ligt het naaldbosgebied 'de Langenboomse Bossen'. Natuurmonumenten is bezig met het omvormen van het naaldbos naar een meer gevarieerd bos met open plekken. Dit voormalige productiebos beslaat 225 ha en was in gebruik als militair oefenterrein door het Ministerie van Defensie. Heden ten dage worden er door Defensie nog oefeningen met verbindingseenheden uitgevoerd. Het gebied is opengesteld voor wandelaars.
In westelijke richting ligt een ontginningsgebied. Hier lopen de Halse Beek en de Graspeelloop. Deze riviertjes komen uiteindelijk uit in de Graafse Raam. Er is hier landbouw en ook een bosgebied dat aansluit bij de Reekse Heide.
Langenboom werd voor het eerst vermeld in een oorkonde van 10 november 1525, waarin sprake is van twee kampen heideland, "bij den Peel angen Langenboem". In1541 was er sprake van een "bouwhof" in Langenboom, gelegen op Hal.
Omstreeks 1800 waren er twee boerderijen die zo'n 20 bunder grond omvatten. In 1843 kwam er een derde boerderij bij, waar een priester-neef van de eigenaressen, Felix Walter geheten, een kluizenaarsgemeenschap te stichten. Dit mislukte, maar Felix Walter nodigde in 1852 de Dominicanen uit Nijmegen uit. De drie boerderijen en het omliggende land werd aan deze paters geschonken en deze vestigden er een noviciaat en een studiehuis. In 1858 gingen de meesten van hen naar hun nieuwe klooster te Huissen. Slechts enkele paters bleven achter, maar deze stimuleerden wél de ontwikkeling van de gemeenschap die op dat ogenblik slechts 70 zielen telde, alsmede nog 120 in de nabije buurtschap Lage Peel.
In 1869 werd er een kerk ingewijd, ontworpen door Pierre Cuypers. Voor dopen, trouwen en begraven moest men echter nog in Escharen zijn. Daarom was er reeds in 1903 behoefte aan een eigen parochie, maar pas op 31 mei 1918 werd Langenboom afgesplitst van de parochie Escharen. Niet lang daarna kwam er een eigen begraafplaats.
Monument ter herdenking van de slag van 10 mei 1940
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Langenboom belangrijk omdat generaal Miles Dempsey, bevelhebber van het Tweede Engelse Leger, in oktober 1944 zijn hoofdkwartier betrok in een boerderij te Langenboom. Hij moest ervoorzorgen dat de Britse troepen naar Nijmegen op zouden rukken. Op 13 oktober 1944 kwam de Britse koning George VI bij hem op bezoek en de boerderij heet sindsdien Koningshoeve. De Kloosterstraat waaraan deze hoeve was gelegen, werd in 1945 omgedoopt tot Dempseystraat.
Monument ter herdenking aan de tornado
In 1985, 60 jaar na dato, werd in het dorp een monument voor de stormramp van 1925 onthuld, deze staat voor 't Kloster en de kerk. Het monument bestaat uit 1800 haagbeuken, die in een cirkelvormig patroon de windrichting van de tornado aangeven. Dit monument wordt de tornadotuin genoemd.
Natuur en landschap
Ten zuidoosten van Langenboom bevinden zich plassen. Deze zijn ontstaan door de activiteiten van een steenfabriek, terwijl er ook een zand- en grindgroeve actief is. Hier wordt het zogenaamde groenzand gewonnen dat gebruikt wordt in de wegenbouw en stamt uit het Mioceen en het Plioceen. Groenzand bevat het mineraal glauconiet. In dit zand zijn tal van fossielen te vinden, zoals vogelbotjes, haaientanden, gehoorbotjes van dolfijnsoorten en dergelijke.
De plassen vormen een recreatiegebied, "De Kuilen" geheten.
Direct ten noordoosten van Langenboom ligt het naaldbosgebied 'de Langenboomse Bossen'. Natuurmonumenten is bezig met het omvormen van het naaldbos naar een meer gevarieerd bos met open plekken. Dit voormalige productiebos beslaat 225 ha en was in gebruik als militair oefenterrein door het Ministerie van Defensie. Heden ten dage worden er door Defensie nog oefeningen met verbindingseenheden uitgevoerd. Het gebied is opengesteld voor wandelaars.
In westelijke richting ligt een ontginningsgebied. Hier lopen de Halse Beek en de Graspeelloop. Deze riviertjes komen uiteindelijk uit in de Graafse Raam. Er is hier landbouw en ook een bosgebied dat aansluit bij de Reekse Heide.